menu

Nieuwsbrief

Info en aanmelding
Meervleermuis vertraagt recreatiepark


In de zomer is het natuurgebied in de Kop van Overijssel van groot belang voor de meervleermuis (myotis dasycneme). Het is één van de zeldzaamste soorten van Europa met een zwaartepunt in ons land. In heel Nederland zijn vijfenveertig kolonies bekend. Hun aantal in de Kop van Overijssel wordt geschat op tienduizend. In de herfst verlaten zij Nederland op zoek naar grotten in de bergachtige gebieden van België en Duitsland. Tussen zomer- en wintergebied ligt soms wel vierhonderd kilometer. Meervleermuizen zijn daardoor echte trekdieren.

De meervleermuis is een grotere vleermuissoort met een kopromplengte van ca 6 cm en een spanwijdte tot 31 cm. De dikke vacht kan op de rugzijde variëren van middelgrijs tot donkerbruin. De buikzijde heeft een witgrijze tint. De oren staan meer opzij van de kop en de snuit heeft twee grote neusknobbels.

Kraamkolonies
Meervleermuizen krijgen per jaar één jong, die in een kraamkolonie wordt geboren. De kraamkolonies bevinden zich in gebouwen. In de directe omgeving van Wetering en omstreken zijn in Scheerwolde, Kalenberg en Blokzijl kraamkolonies vastgesteld in 2005. Vanuit de kraamkolonies vliegen de vleermuizen uit om langs grote kanalen en vaarten te jagen op voedsel. Ze jagen vooral op die insecten die op het wateroppervlak zitten of daar vlak boven vliegen. De prooien worden dan met de relatief grote achterpoten, als het ware van het water geharkt. Boven oevers en langs vegetatie vangen ze insecten (vooral dansmuggen) uit de lucht. Meervleermuizen jagen tot op 10-20 km van de verblijfplaats. De meervleermuis is waarschijnlijk onze snelste vleermuis. Bij het jagen behalen ze soms snelheden tot wel 35 km/u.

Onderzoek 2005
De kolonie in Scheerwolde is 'bekend' geworden vanwege het feit dat er volgens de Raad van State te weinig onderzoek is gedaan naar de gevolgen van het geplande recreatiepark bij Scheerwolde op deze diersoort.
De Raad van State heeft onder andere daarom de bestemmingsplanwijziging voor de realisatie van het park in 2010 voor als nog tegengehouden. Wat wel bekend is over deze kolonie meervleermuizen is dat er in 2005 een kraamkolonie van meervleermuizen is vastgesteld van ca. 180 dieren in een gebouw aan de Brink in Scheerwolde. Waarschijnlijk is het een verhuisde populatie die in 2000 nog is waargenomen in een gebouw in Wetering Oost. Daar is echter het gebouw 'aangepast', zodat de vleermuizen niet meer het gebouw in konden. In 2004 zijn de meervleermuizen dan ook niet meer aangetroffen in dit gebouw. Bij het onderzoek in 2005 werd ook bekend dat de meervleer-muizen vanaf de Brink in Scheerwolde langs het Steenwijkerdiep trokken - bij voorkeur de noordelijke waterrietoevers - naar de Wetering. Vervolgens sloeg de helft van de groep bij de Wetering af naar het zuiden (richting Wieden) en de andere helft naar het noorden (richting Weerribben) om verder te jagen naar voedsel. In 2008 is een meervleermuis dood gevonden die verstrikt was geraakt in prikkeldraad op Wetering West.

Lichtverstoring
De meervleermuis kan slecht tegen lichtverstoring tijdens de jacht. De verstoring is er vooral als de lichtpunten/bundels in de vaste vliegroutes liggen.
Momenteel loopt de inspraakprocedure (tot 01-09-10!) voor de bestemmingsplanwijziging voor de dorpsuitbreiding van Scheerwolde met 50 woningen. Bij dit plan is ook rekening gehouden met de kolonie meervleermuizen aan de Brink in Scheerwolde. Er wordt in het plan dan ook aangegeven dat zowel tijdens de bouw van de woningen, als bij de voltooiing van de woningen, er geen lichtverstoring mag plaats vinden bij het Steenwijkerdiep tussen zonsondergang en zonsopkomst in de periode van februari tot oktober. Op deze manier wordt er geprobeerd om deze zeldzame vleermuissoort zo min mogelijk te verstoren, zodat de populatie blijft bestaan in Scheerwolde. Dit is namenlijk ook weer een eis van de 'omstreden' Natura 2000 richtlijnen...

Naast de meervleermuizen vliegen nog meer vleermuissoorten in onze omgeving, zoals de dwergvleermuis en de laatvlieger. Deze vleermuis-soorten zien we wel regelmatig, want die jagen op insecten bij lichtbronnen zoals lantaarnpalen. Meervleermuizen zien we echter niet vaak, want ze jagen bij voorkeur in het donker vlak boven het water.

Kortom bijna niemand ziet meervleermuizen vliegen, en ze doen alleen de 'muggen' kwaad.
Toch zijn ze zo belangrijk dat er vele rapporten vol geschreven zijn over hen en er zullen nog vele rapporten volgen, om dit bijzondere diertje in onze omgeving te beschermen.