menu

Nieuwsbrief

Info en aanmelding
Muggenbeet wordt weer aantrekkelijk voor weidevogels
2013-07-30 18:48:06


Muggenbeet staat bekend om zijn veelzijdigheid aan moeras- en weidevogels. Het afwisselende landschap met hooilanden, trekgaten, drijftillen, rietlanden en plasdras weilanden, maakt het hier voor veel vogels aantrekkelijk om te broeden of om op te vetten. De laatste jaren is er echter een kentering in het aantal weidevogels te zien. Vooral de druk van de vos in dit gebied heeft daar een grote rol in gespeeld. Ondanks het weidevogelbeheer, dat boeren hier voor Natuurmonumenten uitvoeren, bleef het aantal weidevogels laag en kon men alleen de kievit nog tegenkomen.

Nat houden
Na een grondige inventarisatie heeft Natuurmonumenten  besloten om het waterpeil te verhogen in de lagere delen ten zuiden van Muggenbeet. Dit gaat middels mobiele pompen of met molentjes. Door grotere stukken land in het vroege voorjaar onder water te zetten en sloten, die mede daardoor buiten de oevers treden, ontstaat een prachtig drassig landschap voor weidevogels. En dit slaat aan!
 
Magneet
Vanuit de lucht ziet dat er voor veel vogels erg aantrekkelijk uit en na hun lange terugtocht uit Afrika kunnen ze hier weer een beetje bijtanken. Dit jaar konden we dan ook genieten van honderden grutto’s, watersnippen, wintertalingen, waterpiepers, wulpen, kieviten en slobeenden. Pioniersoorten als kleine plevier en nieuwkomer  de bontbekplevier, zijn hier tot broeden gekomen. Bijzonder waren dit jaar de zilverplevier en zwarte ruiter, die allebei in zomerkleed aanwezig waren.
De hogere droge delen werden direct in gebruik genomen door kieviten, die al buitelend langs de Meerweg hun baltsvlucht lieten zien. Percelen omzoomd met riet waren favoriet bij zomertaling en slobeend. Dekking en voldoende voedsel spelen dan een grote rol bij de keuze om te broeden.

Toverwoord
Al met al is ‘water’ in dit geval het toverwoord en zal Natuurmonumenten in voor- en najaar het waterpeil hier verhogen, om het voor  moerasvogels en met name de weidevogels weer aantrekkelijk te maken.
 
© Bron: Natuurmonumenten